
Deze maand kwam na ruim vier millennia de Chinese cultuur ons huis binnen. In de middeleeuwse Haarlemse Vishal vond ten behoeve van de plaatselijke kunstenaarsvereniging een boekenverkoop plaats. Ik was een van de laatste bezoekers en zag tussen de resterende muurbloempjes een prachtig boek liggen: Chinese kunst vanaf ruim 2000 voor Christus. Dingen hebben geen ziel, dat staat vast maar toch, het loodzware boek Art Treasures of the Peking Museum lag in mijn armen voor ik het wist. Het keek mij aan als een jong pandabeertje in een asiel, dat dagenlang heeft moeten aanzien hoe om hem heen allerlei Hollandse straathonden liefdevol werden opgepakt door ontroerde baasjes en meegenomen naar een klaarstaande SUV om voortaan in een warm huis te worden verwend en nooit meer in het asiel terug te keren. Art Treasures of the Peking Museum zit in een mooie band, bevat teksten op niveau en is verluchtigd met 87 perfect ingeplakte platen van de meest verbazingwekkende keramiek en tekeningen. Alle boeken die er nog lagen, ook dit prachtboek waren al afgeprijsd tot €3: ‘alles moest weg’. Ik klemde Art Treasures aan mijn borst, op weg naar de kassa toen een stem door de holle ruimte klonk: ‘alle restanten vanaf nu twee euro’. Pijnlijk zoiets.
China is vooral in het nieuws omdat het ons bedreigt. De boodschap dat China ons kan gaan overvleugelen komt tegenwoordig uit de Verenigde Staten. ‘Ons’ wordt uit gewoonte al gauw ‘het Westen’ dus inclusief Europa. Na het opstappen van Trump is de aandacht weer verschoven van de bacteriële dreiging (‘China-virus’) naar het politiek-militaire toneel. Dat beeld van de onhygiënische Chinees die ziekten naar ons toe brengt was overigens niet van gisteren. Het ontstond eind negentiende eeuw tegen de achtergrond van de als griezelig ervaren globalisering. Vooral in Amerika en Australië – waar toen actief goedkope Chinese arbeidskrachten werden binnengehaald – was de straatarme koelie als drager van ziekten een racistisch stereotype. De Chinese cultuur was millennia lang naar binnen gericht. Ook al staan Chinezen erom bekend dat zij op individueel niveau ver van hun land zoeken naar economische mogelijkheden, hun neiging tot assimileren daar is vervolgens vrijwel nul. Isolationisme zit ingebakken in deze cultuur: het “Rijk van het Midden”. Ik vraag mij af hoe dat te combineren is met expansionisme.

(De rivier met sneeuw bedekt, ca. 1360)
De afbeeldingen van verbazingwekkend mooie kunstzinnige voorwerpen en vooral de tekeningen in Art Treasures of the Peking Museum richten de blik op het Chinese kernland en geven een indruk van de ongelooflijke continuïteit van deze hoogstaande cultuur. Het Westen en Japan hebben de Chinezen vanaf eind achttiende eeuw op basis van hun militaire superioriteit behandeld als een volk van koelies. Vernedering of gezichtsverlies wordt in deze cultuur niet vergeten. “Chinese and Dogs Not Admitted” stond er boven de toegang tot een park in Shanghai, althans volgens het verhaal. Met nu Amerikaanse oorlogsbodems voor de kust lijkt er ruimte voor een eigen Europese China-diplomatie.
Daarom is interessant wat de oud-minister van Buitenlandse Zaken van Duitsland, Sigmar Gabriel deze maand schreef (FAZ, 06/12/2021). Namelijk dat het voor een verstandige buitenlandpolitiek voor Duitsland en Europa noodzakelijk is om China niet alleen als ‘dictatuur’ te definiëren en ons blind te staren op zijn technologische opkomst. Noodzakelijk is ook respect voor het gegeven dat het land onder aansturing van de communistische partij 800 miljoen mensen bevrijd heeft uit de armoede, waarvan de Chinezen niet ten onrechte geloven dat die mede het gevolg was van de periode van kolonialisering en de uitbuiting door het Westen.

(Bergen en wolken, ca. 1190-1225)
Anders gezegd: Gabriel, invloedrijk man achter de schermen van de SPD van Olaf Scholz pleit voor een China-politiek die zich meer onafhankelijk toont van Washington. Het lijkt mij een belangrijk inzicht. Op de laatste dag van het jaar. Van de Chin dynastie via de met sneeuw bedekte rivier van Yao T’ing-mei naar het Europa van 2022. En dat voor twee euro.
Jan Willem Schnerr
afb. boven artikel: Een ram, en een geest op een chimaera (westelijke Chin dynastie, 256-316)
Goede column. Mooie verbinding tussen het kunstboek en de huidige China politiek.