Zonder instemming van de Tweede Kamer komt er in dit land geen begroting door. Deze waarheid is in het beton van ons staatsrecht gegoten. En in het bijna heilig ritueel van Prinsjesdag: de Koningin, de troon in de Gravenzaal, de hofdames, de geachte dames-Kamerleden met heel bijzondere hoeden (en de heren niet te vergeten) en de koets natuurlijk! Kortom ’s lands begroting, de staat van inkomsten en uitgaven wordt door Zijne Majesteits regering op de derde dinsdag in september aangeboden. “Zijne” majesteit, ja inderdaad, want deze column is niet alleen actueel maar hij loopt ook nog op de gebeurtenissen vooruit. September aanstaande is het zover want dan zal voor het eerst sinds de oprichting van het blad Ons Koningshuis en de Libelle en de Margriet een koning, dus niet de staatsrechtelijke Koning maar een mannelijke koning vanaf de troon in de Ridderzaal (of was het toch de Gravenzaal?) zijn gedachten voorlezen over het jaar 2014.
Willem Alexander: deze man gaat ons verrassen. Let op mijn woorden. En dit is niet ironisch bedoeld. Ik ben voor ironie, humor zelfs, maar de algemene tendens om dingen zogenaamd serieus te brengen en dan ervoor te zorgen dat een vage ironische ondertoon suggereert dat je eigenlijk nóg intelligenter bent, namelijk zo intelligent dat je net kunt doen alsof je een beetje dom bent, nee, dat is hier niet de bedoeling. Willem Alexander gaat ons verrassen. Veel ga ik daar nog niet over zeggen. Deze column gaat namelijk over de begrotingsprocedure. Wel alvast het volgende: Koning Willem wordt een man met humor. Meer, met alle respect, dan zijn moeder. En twee: zijn vrouw gaat een voor Nederlandse verhoudingen ongekend belangrijke rol spelen. In deze column wordt daar verder niet op ingegaan. Komt nog.
Het is pas begin maart en het zindert in Den Haag rond de begroting voor 2014. How come? Dat komt omdat “Brussel”, de Europese Unie, al ruim voor de zomer die begroting wil hebben (het heet “stabiliteitsprogramma” maar vergeet dat maar). In Brussel zal onze begroting dan door de Europese Commissie goedgekeurd worden (hopelijk; namelijk alleen als het tekort binnen de 3 % blijft). De Raad van State heeft recent gewaarschuwd dat de Tweede Kamer straks in het najaar er dus niets meer over te zeggen heeft. Premier Rutte heeft de Tweede Kamer geschreven, lees ik in de NRC, dat dat heus niet waar is. Nu even vertrouwelijk: het is wel waar. Sterker nog, terwijl andere landen, zoals Frankrijk er met wat soebatten nog wel een jaartje uitstel uit zullen wringen, zal dat Nederland niet lukken omdat wij voorop liepen om deze strengheid aan de lanterfantende zuiderlingen op te leggen. Conclusie: Tweede Kamer verdwijnt als konijn in de hoge hoed.
Wat zegt nu de NRC? (met alle respect, want de hoofdredactionele commentaren zijn tegenwoordig een van de sterke punten van de krant) De NRC zegt dat de regering lichtvaardig omgaat met de dreigende uitholling van de rol van het nationale parlement. En “het is exact deze houding van het kabinet die de [democratische] vervreemding voeding geeft”. Oef! Ik weet wel niet wat het is, maar ik zou niet graag aan democratische vervreemding lijden. Misschien moet de krant Mark Rutte adviseren om de Kamer te vertellen dat het budgetrecht alreeds van Den Haag naar Brussel is verhuisd. En dat er in september twee mogelijkheden zijn. A. De Kamer accepteert het Brusselse begrotingskader en praat alleen over de uitwerking. B. De Kamer spreekt uit dat het staatsrecht en het parlementaire gewoonterecht boven Brussel gaan (al dan niet na een referendum). Europa met Duitsland erbij kan naar de pomp lopen.
Ik voorspel: het wordt A. Maar dat gaat met veel Nederlands leed gepaard. Van de ziektekosten tot en met het sociaal overleg, iedereen blijkt ineens tegen Europa aan te lopen. Iedereen heeft boter op zijn hoofd: de regering heeft het zelf in Brussel gepromoot, de Kamer ging akkoord, de sociale partners zeiden niets en de media flirtten met degenen die een referendum willen over een gepasseerd station. De verwarring onder het publiek kon wel eens behoorlijk toenemen. Iedereen een blauw oog. Op één na: de Koning.
Wij hebben tegenwoordig regeringen waarover de Koning niet naar zijn mening is gevraagd. Die ouwe trouwe Koning die het eigene van de Nederlandse natie symboliseerde. Dat achterhaalde idee dat nergens meer toe diende. De beeltenis van die Koning (Beatrix) verdween van de bankbiljetten, werd op postzegels vermalen tot quasimoderne digitale frutsels en werd ten lange leste tot euro’s omgesmolten. En nu zijn wij verweesd, samen met onze moslims. Ook omgesmolten, tot Europeanen. De Koning, ik bedoel het instituut, kan men het niet verwijten. Ik ben geen monarchist. Maar ik probeer de humor van de situatie te zien.
Jan Schnerr
3 Maart 2013
Prinsjesdag 21 september 1976. Aan Prins Bernhard, zonder uniform, is te zien dat het toen nog ergens over ging.