Johnson en Scholz, de circusdirecteur en de ‘saaie’ kanselier

Saai

Olaf Scholz en Boris Johnson verkeren beiden in een lastige situatie. Duitsland is het invloedrijkste land van Europa maar zodra het iets doet dat lijkt op machtspolitiek komt vanuit alle hoeken het naoorlogs verzet tevoorschijn. Ten tijde van de financiële redding van de Grieken werd Angela Merkel in de kranten daar ongestraft met Hitlersnorretje afgebeeld. Dat naoorlogs effect was tevens de reden dat Berlijn de zaken niet erger wilde maken door openlijk te vertellen dat de belangen van het Duitse bankwezen ook op het spel stonden. Dat laatste was voor media elders reden om van Duitse schijnheiligheid te spreken. Dat is een volgend probleem voor een Duitse kanselier (Luuk van Middelaar wees er al op in de NRC): het verzwijgen van nationale belangen, doodnormaal in Parijs, Londen en Washington, begint tot erosie van de Duitse geloofwaardigheid te leiden. “Zeg die dingen dan gewoon”, ben je geneigd te roepen. Maar een bondskanselier heeft te maken met een eigen bevolking die is opgegroeid in een opvoedings- en onderwijscultuur die tot in de haarvaten is doortrokken van Duitse schuld aan zo ongeveer alles wat in de laatste twee eeuwen fout is gegaan.

Scholz opereert als Merkel, afwachten en ingehouden reageren. De straf is een niet erg spetterend imago. Toen aan Scholz vorig jaar werd gevraagd of hij zelf ook niet vond dat hij een beetje saai overkwam was zijn reactie dat hij “kandidaat was voor de functie van bondskanselier en niet van circusdirecteur”. Een paar weken later boekte hij een spectaculaire verkiezingsoverwinning. Merkel en Scholz voelden en voelen de Duitse temperatuur goed aan daarom komen zij aan de top. Ook Scholz weet dat Duitsland dichter bij Rusland ligt dan Groot-Brittannië, dat zijn land geen atoomwapen heeft en dat zijn kiezers er niet rotsvast van overtuigd zijn dat Londen en Washington hun voortbestaan zullen riskeren als Duitsland wordt aangevallen. Dat brengt mij op Engeland. Daar is de situatie omgekeerd.

Flamboyant

Boris Johnson is, ik geef toe, flamboyanter en een dankbaar object voor de societypers. Zo is hij dik bevriend met Evgeny Lebedev, 41 jaar en zoon van Alexander Lebedev (voormalig KGB-spion, olicharch en in elk geval tot zeer recent loyaal aan het Kremlin). Evgeni heeft de titel van baron van de “London Borough Richmond upon Thames and of Siberia in the Russian Federation”. Hij is lid van het parlement, vooraanstaand in de Londense high society, media-eigenaar van onder meer de Evening Standard en kunstverzamelaar. De Groene Amsterdammer berichtte op 17 maart j.l. nog dat de beide Lebedevs buiten schot gehouden zijn bij de Britse sancties tegen Rusland.

Als wij Boris Johnson met Wolodymyr Zelensky door een verwoeste straat in Kiev zien stappen terwijl zijn ministers thuis meesmuilende opmerkingen maken over de ‘aarzelende’ bondskanselier, dan lijkt daar een leider van een wereldmacht aan het front te staan. Een nieuwe Churchill die weet hoe in een oorlog de kaarten worden geschud. Tony Judt schreef (‘Na de oorlog’, 6e dr. 2010, blz. 265 e.v.) over de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog: ‘het intellectuele en culturele debat in Engeland, het land dat zojuist een oorlog had gewonnen en daarbij tientallen middeleeuwse steden op het continent had platgebombardeerd, concentreerde zich op een binnenlandse kwestie: de eerste tekenen van een nog vele jaren aanhoudende bezorgdheid over het ‘verval’ van de natie.” Niet dat er geen belangrijke dingen gebeurden op het eiland. Denk alleen al aan 1950 toen het Engelse cricketteam op de ‘heilige grond’ van de Lord’s werd verslagen door een West-Indisch team. Tot overmaat van ramp werd in 1953 het nationale voetbalteam in de pan gehakt door een eenvoudig land dat zich Hongarije noemde. In ‘Wembley’ nota bene. Het was de periode waarin op het continent het eerste voorlopige fundament voor de Europese Gemeenschap werd gelegd. De Engelsen hadden andere zaken aan hun hoofd. Zo vond in 1960 de rechtszaak plaats tegen de uitgever van Lady Chatterley’s Lover.

Lady Chatterley

Voor de Lady Chatterley in die roman stond een dochter model van de begin twintigste eeuwse Duitse aristocraat Baron von Richthofen. Zij leefde in armelijke omstandigheden in het Italië van de jaren ‘20 met haar grote liefde de schrijver D.H. Lawrence, die zoon van een mijnwerker was. Lady Chatterley bedrijft de liefde met de jachtopziener, de gamekeeper, op het adellijke landgoed en dat wordt beschreven in termen waardoor tientallen jaren lang geen reguliere uitgever het boek in zijn fonds durfde opnemen. De historische Frieda von Richthofen was een zeer ijverige meelezer tijdens het schrijfproces en was in feite de redacteur van Lawrence. Ruim veertig jaar later sprak de Britse jury in het pornografieproces als zijn oordeel uit dat het boek “niet obsceen” was waarna het een maand later op de markt kwam en er op dag één 200.000 exemplaren werden verkocht. Vóór ik terugkeer naar Boris Johnson zij vermeld dat de aanklager aan de verschillende getuigen (die de in beslag genomen versie van het boek dus hadden gelezen) met ingehouden woede vroeg: “Zegt u mij, zou u deze tekst in handen geven van uw vrouw of uw meid?”. Correcte vraag lijkt mij. Het antwoord van één dezer getuigen werd even beroemd als de vraag: “Ehm, I am not quite sure, maar ik zou het beslist niet aan mijn jachtopziener geven.” Engeland blijft leuk.

D.H.Lawrence en Frieda (barones) von Richthofen

Britse frivoliteit

Politiek, poppenkast en schandaaltjes vormen in Engeland één geheel. Boris Johnson de circusclown heeft bij de recente lokale verkiezingen niet genoeg verloren om door de conservatieven uit zijn functie gejaagd te worden. Hij heeft een sterke uitgangspositie in deze klassenmaatschappij: alhoewel niet van adel is hij als Eton boy toch bepaald geen working-class jachtopziener. Zijn Oekraïneshow kwam op het continent wat potsierlijk over maar maakte op veel Engelsen een Churchillachtige indruk. Toch piept en knarst het. De ophef rond de feestjes in Downing Street in coronatijd zeurt nog altijd door. En recent werd bovendien een conservatief parlementslid door de Labour gezinde pers ervan beschuldigd in zijn bankje een pornografisch blaadje te hebben doorgebladerd. Een belangrijke kwestie in oorlogstijd! Er volgde direct een tegenaanval. De plaatsvervangende Labourleider in het parlement (ik moet hier melden dat dat een vrouw is en dat zij en Johnson tijdens debatten vrijwel recht tegenover elkaar zitten op een afstand van enkele meters) zou namelijk hebben geprobeerd de leider van Global Britain uit zijn concentratie te brengen door op een vrijmoedige wijze haar ene been over het andere te zwaaien en … (ik wil volledig zijn) weer terug!

Op naar 2024

Johnson kan de verkiezingen van 2024 halen als hij de Engelsen en de Noord-Ieren kan wijsmaken dat de Brexit meer voor- dan nadelen brengt. Aan de Schotten krijgt hij een nog zwaardere kluif. Mijnwerkerszoon Lwarence en zijn Duitse Frieda hebben voor de mentaliteitsverandering op het Britse eiland meer betekend dan de clown Johnson tot nu toe. Ik prefereer Scholz.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *