“De nacht was een wonder want het was volle maan in een klaren, effen hemel over een klaar, effen water, het kanaal, en woestijnroze, vage verschieten. Volle maan is voor mij steeds de stemster tot wonder, volle maan bereidt mij steeds voor op vreemde dingen, die zouden kunnen gebeuren in betoovering van ziel en lichaam.” (Oostwaarts, 1924, Louis Couperus)
Dubai als zo’n schip in de nacht …
Staand aan het dek van een boot, tegen de reling geleund, een haven (die overdag vluchtig is bezocht). In het duister het zachte geluid van onzichtbare golfjes in de diepte en lichtjes hier en daar. Achter de reling aan de andere kant, de zee.
Soms kan men vanaf de bovenste verdieping van een hotel een plat dak betreden via een niet afgesloten deur. Warme zeelucht. Rechts de Perzische Golf. Naar links, waar een betonnen borstwering is, de woestijnnacht. In de diepte voor je is het zwart. Een paar lichtjes tot halverwege waar de horizon moet liggen en waar de woestijn begonnen moet zijn. Een paar late kamelen stel ik mij voor: ships passing by in the night.
Lang geleden gingen onze grootouders of zelfs onze ouders met de boot naar Nederlands Indië. De reis duurde zes of zeven weken. Er werden verschillende steden aangedaan “in den vreemde”. Exotische, schilderachtige havens. Men kon daar meestal wel een dagje “passagieren”. ’s Avonds terug aan boord (“het krioelde op de kade”). Nog later op de avond, na het diner praten aan dek met een glas wijn of eenzaam staren over de reling met een glas whisky, naar een schip dat “passed by in the night”. Een passant in een melancholiek universum. Op het dek waren anderen die dezelfde reis maakten. Vrouwen van wie de man al in Indië was, mannen met hun verhaal. Dat misschien waar was. En soms niet. Maar dat zei niets over of het onderhoudend was of spannend en een beetje mysterieus-aantrekkelijk.
De avondlucht van de Arabische Zee of op de Indische Oceaan is anders dan in Scheveningen. Niet alleen warmer maar hij voelt ook anders op je huid. Het schijnt dat hij (bijna onmerkbaar) anders tegen je blouse drukt, ja, zelfs dat hij het haar van de vrouwen speelser naar achteren doet bewegen.
Ik heb dat allemaal niet meegemaakt. Wat ik wel heb meegemaakt, was een familielid die vertelde over haar boottocht door de Rode Zee, de Golf van Aden, via de Indische Oceaan en de Javazee naar Batavia. Daar wachtte haar man op haar. Zij waren “met de handschoen getrouwd”. Zij was een aantrekkelijke vrouw, dat snapte zelfs ik op mijn leeftijd. Het was (zoals zij het vertelde) een keurig verhaal. Later kwam ik haar tegen in het familiealbum, zittend tussen uitsluitend onbekenden. Wat vroeger aan haar verhaal vooral indruk maakte waren natuurlijk die geheimzinnige havens waar het “krioelde op de kades”. Maar als zoveel jaar later op het betonnen dak van een hotel spontaan die associatie ontstaat met dat verhaal en die warme wind door het haar, dan moet die vrouw toch een bijzonder gevoel overgebracht hebben? Wat heeft zij meegemaakt? Het waren bijzondere tijden en bijzondere reizen.
Morgen naar Java. Met vlucht nummer QA899. Geplande vluchtduur: 9 uur en 12 minuten. Een hele reis! Naar het land waarvan het Bruto Nationaal Product de laatste vijf jaar steeg met 100 %. Romantiek kan zich verbergen achter cijfers.
Jan Schnerr,
9 januari 2013
Op weg naar Indie in de jaren ’30